Vakken |
5 de | 6 de |
---|---|---|
godsdienst
|
2
|
2
|
lichamelijke opvoeding
|
2
|
2
|
Nederlands
|
4
|
4
|
Engels
|
2
|
2
|
Frans
|
3
|
3
|
aardrijkskunde
|
1
|
1
|
geschiedenis
|
2
|
2
|
Duits
|
1
|
|
Grieks
|
4
|
4
|
wiskunde
|
6
|
6
|
informaticawetenschappen
|
1
|
|
biologie
|
1
|
1
|
chemie
|
2
|
1
|
fysica
|
1
|
1
|
vrije ruimte
|
1
|
2
|
|
32
|
32
|
campus : College
domein : Domeinoverschrijdend
finaliteit : Doorstroom
Deze studierichting bestaat uit twee gebonden componenten: Grieks en Wiskunde.
Deze geven de klemtonen van de studierichting aan.
Alle studierichtingen van het Algemeen Secundair Onderwijs (ASO) hebben een uitgesproken doorstromingsfunctie.
Dit wil zeggen dat ze enkel en alleen willen voorbereiden op verder studeren in het hoger onderwijs.
De verdere keuzemogelijkheden zijn zeer uitgebreid. Er zijn geen beperkingen.
Het ASO bereidt je niet voor om direct te gaan werken na het beëindigen van je secundaire studies.
De leerplannen zijn zo opgemaakt dat elke studierichting in principe voorbereidt op alle vormen van hoger onderwijs.
De component Grieks brengt je in contact met meesterwerken van de Griekse literatuur.
Je tracht er de boodschap en vormgeving van te ontdekken en te interpreteren.
Je komt eveneens tot de ontdekking dat de Griekse auteurs de grondleggers zijn geweest van literaire genres die in het Westen voor het eerst tot bloei zijn gebracht.
In de derde graad kan de 6u-cursus Wiskunde – via het complementair gedeelte – nog uitgebreid worden tot 8u.
In deze studierichting klimt het onderwijs in de wiskunde naar een vrij hoog niveau van algemeenheid en abstractie.
Dit gebeurt via de deelvakken algebra, meetkunde, analyse, statistiek en kansrekening.
Ook in deze richting neemt de studie van de moderne talen een belangrijke plaats in.
De aandacht gaat naar het ontwikkelen van communicatieve vaardigheden (luisteren, lezen, spreken en schrijven), de reflectie op taal en de kennismaking met anderstalige literatuur.
Accenten liggen op het ontwikkelen van:
- communicatieve en creatieve competenties in het Nederlands en moderne vreemde talen (b.v. leesstrategieën toepassen, literaire smaak ontwikkelen, …);
- competentie op vlak van taalbeschouwing (analyseren van en reflectie over taalstructuren, communicatie, taalfenomenen, …);
- interculturele competenties (literair, filosofisch en historisch bestuderen van culturele achtergronden, culturele diversiteit onderkennen en respecteren).